Atlético Madrid heeft zich steviger in de top-vier van Spanje genesteld. In de race om deelname aan de Champions League deed het elftal van Diego Simeone zaterdagavond goede zaken door Real Valladolid te verslaan. De zwaarbevochten 1-0 overwinning op de laagvlieger vergroot de voorsprong van Atlético op het morsende Getafe en staan de Madrilenen ook op gelijke hoogte met Sevilla.

Simeone besloot voor het eerste thuisduel sinds de hervatting een aantal belangrijke spelers te sparen. Zo begonnen Saul, Koke en Diego Costa op de bank. Zonder die grote namen verliep het uiterst stroef voor de Madrilenen. Aanvankelijk startte Atlético nog hoopvol met een aantal dreigende momenten voor het vijandelijke doel. Echter waren de bezoekers gevaarlijker. Al in de eerste minuten werd Jan Oblak serieus getest met een gevaarlijk schot van Waldo Rubio. De grootste mogelijkheid kwam op naam van Matheus Fernandes. Hij werd knap in doelpuntrijke positie gezet, maar de Braziliaan raakte uit balans en schoof de bal naast het doel van Oblak.

Lees ook: Getafe zakt steeds verder weg na volgende domper

Simeone kon in de tweede helft niet anders dan toch een paar grote namen te brengen. De vijf namen die hij binnen de lijnen bracht, waren niet de minste: Yannick Carrasco, Koke, Angel Correa, Costa en Vitolo moesten Atlético over het dode punt heen helpen. Costa stond koud in het veld of hij dacht al te scoren, maar dat deed hij in buitenspelpositie. Atlético mocht uiteindelijk de doelman van Valladolid danken dat het met de volle buit van het veld stapte. Jose Antonio Caro tastte al vaker mis bij hoge ballen en in de 81ste minuut had dat desastreuze gevolgen. De sluitpost beoordeelde een hoekschop verkeerd en kon invaller Vitolo de bal in het lege doel werken. In het restant probeerde Valladolid er nog een slotoffensie uit te persen door Enes Ünal te brengen, maar het mocht allemaal niet baten en stapte Atlético opgelucht van het veld.