Het kopen van een promotie zou in elk land voor op zijn minst veel ophef zorgen. FC Barcelona-verdediger Gerard Pique deed het echter in juli 2019. De Spanjaard is eigenaar van FC Andorra, een club die dankzij de financiële inspanningen van Pique bezig is aan een opvallende opmars in het Spaanse voetbal. Door de coronacrisis stokt het voorlopig met een subtoppositie op het derde niveau van Spanje, maar Pique en enkele voormalig voetballers willen meer bereiken met het tot voor kort volkomen onbekende clubje.

De Spaanse club Reus werd vanwege financiële problemen uit de Segunda Divisíon B (het derde Spaanse niveau) gehaald. Daardoor kwam er een plekje vrij in de competitie. Onder meer FC Andorra, op dat moment vijfdedivisionist, toonde vanzelfsprekend interesse in de promotie, maar dat kon alleen als er een vergoeding van bijna een half miljoen werd betaald aan de Spaanse bond RFEF. Bij Pique kon dat er vanwege zijn miljoenensalaris bij Barcelona wel vanaf. Zodoende is Andorra dit seizoen actief op het derde niveau van het Zuid-Europese land.

Dat doet de verdediger niet in zijn eentje en niet alleen met een zak geld. Pique is eigenaar van Kosmos, een bedrijf dat ook in ontwikkelingen als videospellen, sportdrank en biologische hamburgers investeert. De verdediger van FC Barcelona kreeg zelfs veel kritiek te verduren, omdat hij te veel bezig zou zijn met het bedrijf. Kosmos viste FC Andorra op uit de krochten van het Spaanse voetbal. Het vorige decennium werkte de club haar wedstrijden af in de Primera Territorial, het zevende niveau van Spanje. Toen in december 2018 de Kosmos Holding Group de club kocht, was Andorra een anonieme club in de vijfde divisie van Spanje. Dankzij de dubbele promotie pronkte het een jaar later op het competitielijstje van de Segunda B.

Het doet een beetje denken aan het Engelse Salford City, dat door onder meer de voormalig Class of '92 van Manchester United wordt gerund en dit jaar voor het eerst in de League Two speelt. Maar waarom zou je als bedrijf investeren in een schier onbekende club? "We willen betrokken zijn bij het team. Niet alleen door met geld te smijten, maar door het beter te maken", waren Piques woorden bij de bekendmaking van de overname. "Vrienden en familie waren verrast omdat het een riskant avontuur is."

Voormalig Eredivisionisten{image[340545][right-half][]}

De selectie van de club vecht momenteel met vooral Spanjaarden voor een mooie klassering op het derde niveauvan het land. De meest opvallende naam is die van Martí Riverola. Van de creatieve middenvelder werd in zijn jeugdjaren veel verwacht. Verder dan één invalbeurt voor Barcelona en een jaartje bij Vitesse, in het eerste seizoen van eigenaar Merab Jordania, kwam de nu 29-jarige Riverola niet. Daarnaast was Gabri (ex-Ajax) lange tijd de enige trainer sinds patron Pique de baas is bij Andorra. I[a,https://www.fcupdate.nl/voetbalnieuws/364181/pique-s-fc-andorra-ontslaat-gabri-na-reeks-slechte-resultaten/,_blank,n februari werd de kale oud-middenvelder ontslagen] na een serie van zeven duels zonder overwinning. Nacho Castro werd een dag later aangesteld als nieuwe eindverantwoordelijke in het Prada de Moles, waar nog net vijfhonderd toeschouwers kunnen zitten. 

Zonder die dramatische reeks had Andorra – de coronaperikelen daargelaten – zeker kans gemaakt om voor het eerst te promoveren naar de Segunda Divisíon A. De eerste wedstrijd van het seizoen werd verloren (2-0 tegen Espanyol B), maar daarna verloor het tot eind november geen competitieduel en stond het aan het begin van dit kalenderjaar nog op een promotieplek. Na de ineenstorting onder Gabri staat Andorra slechts zevende. Het doet niets af aan de opzienbarende opmars die de club dankzij de dadendrang van Pique doormaakt. Hoewel er nauwelijks een cent wordt uitgegeven aan nieuwe spelers, is de opmars door de 'gekochte' promotie in een stroomversnelling geraakt. De coronacrisis en de slechte serie onder leiding van Gabri heeft die reeks tijdelijk gestopt, maar het is niet ondenkbaar dat de club uit het dwergstaatje binnen enkele jaren te zien is op het hoogste niveau van Spanje.

Door: Teun Stiphout