Ook vanuit Sevilla kreeg Luuk de Jong mee dat het vorig jaar niet goed ging met PSV, de club die hij in de zomer had verruild voor de Spaanse topclub. Onder Mark van Bommel en ook tijdens de beginfase van Ernest Faber volgde het ene slechte resultaat zich bij PSV op door de ander. Ook voor De Jong was dat vervelend.

De spits werd met PSV drie keer kampioen en pakte twee keer de Johan Cruijff Schaal, maar moest vanuit Spanje toezien hoe het misging met zijn oude liefde. "Die crisis bij PSV heeft me eerlijk gezegd wel pijn gedaan", zegt hij eerlijk tegen Voetbal International. "Ik heb er vijf prachtige jaren gehad, ken alles en iedereen. Als ik het dan zo in elkaar zie donderen, doet dat wel iets met me. Maar ik zit in Sevilla, dus ik ben ook machteloos. Dat het zo heftig ging, heeft me wel verrast. Ik ken de spelers en de trainers, ze begonnen nog erg goed aan het seizoen. Toen Steven Bergwijn en Donyell Malen wegvielen, werd het minder. In Nederland is het toch moeilijk op te vangen als een paar van je beste spelers geblesseerd raken."

Mede door de blessures ging het snel minder met PSV, waar de val niet te stoppen leek. "Als het minder wordt, is het niet makkelijk het om te draaien. Dat zelfs een clubicoon als Mark van Bommel dan wordt ontslagen, is verschrikkelijk. Maar het blijft voetbal, je weet dat sommige dingen op een gegeven moment niet meer zijn tegen te houden. Dat gebeurt overal, dus ook bij PSV. Het blijft topsport. Ik heb daarna in de media alles in geuren en kleuren kunnen volgen. Dat is jammer, je wil niet dat dit gebeurt, wat er ook allemaal waar of niet waar was. Gelukkig is het er nu weer rustig, voor zover ik begrijp."

De 29-jarige spits staat dit seizoen tot dusver op vijf goals in La Liga, die hij maakte in 24 wedstrijden.

Lees ook: Wat betekent het uitstellen van het EK voor Oranje?