Als het aan de trainers en aanvoerders in de Eredivisie ligt, moet de rol van de VAR in het voetbal in Nederland kleiner worden. De videoscheidsrechter moet in hun ogen zeker blijven, maar de mannen in Zeist achter het tv-scherm moeten terughoudender worden. "Alleen als de VAR ergens honderd procent zeker van is, moet er ingegrepen worden", stelt Heracles-aanvoerder Röbin Pröpper.

Dat blijkt uit een rondgang van het Algemeen Dagblad. Volgens de ochtendkrant komt tweederde van de spelers tot de conclusie dat de invloed momenteel te groot is van de VAR. "De VAR is er in mijn ogen enkel voor de extreme gevallen, zoals bal wel of niet over de lijn, een donkerrode kaart die de scheidsrechter over het hoofd ziet of het afkeuren van een buitenspeldoelpunt", vindt PEC Zwolle-trainer John Stegeman.

Klopp: "Idee van de VAR is goed

En zijn mening wordt volop gedeeld door het grootste gedeelte van de spelers en trainers in de Eredivisie, terwijl zij eerst nog volmondig voor de invoering van de VAR waren. Ook na het eerste seizoen was men volop positief, maar dat goede gevoel lijkt af te nemen. "Soms zeggen mensen: geef de aanvoerder of trainer drie momenten om een situatie te checken", stelde Willem Janssen nog voor om de invloed van de VAR te beperken.

KNVB

Dick van Egmond stelt al dat de VAR er alleen is voor dingen die duidelijk fout zijn, al is er met die regel nog een hoop te verbeteren. "Maar duidelijk fout is toch een kwestie van interpretatie en daarover blijft discussie. Naast de situaties die voor iedereen duidelijk zijn, zijn er ook tal van situaties die veel mensen duidelijk fout vinden, maar anderen niet. Ook scheidsrechters denken niet altijd hetzelfde over een situatie", legt de scheidsrechtersbaas uit.