Jochem Kamphuis staat nog steeds achter zijn beslissing om Steven Berghuis donderdagavond niet van het veld te sturen na een harde overtreding op Teun Koopmeiners. De scheidsrechter legt voor de camera van FOX Sports uit waarom hij de Feyenoorder geen rode, maar een gele kaart gaf.

"Ik heb de situatie in het veld zelf beoordeeld. Ik kijk dan naar de snelheid, intensiteit en het raakmoment. Ik was vooral gefocust op het raakmoment en zie eigenlijk dat beide benen erlangs gaan en er niet met de noppen een contactmoment is. Dat was voor mij de reden om geel te geven", aldus Kamphuis.

Kamphuis vindt niet dat er gevaar was voor de veiligheid en gezondheid van Koopmeiners. "Dan moet het een buitensporige inzet zijn. Het raakmoment vond ik meevallen. Daarom koos ik een gele kaart", vervolgt de scheidsrechter, die aangeeft dat hij wel contact had met de VAR. "Die heeft het moment nagekeken. Hij kijkt naar dezelfde criteria die ik genoemd heb. Hij zei: er zit snelheid en intensiteit in, maar ik zie ook dat het contact meevalt. Dus hij kon de gele kaart steunen. De VAR vond het geen duidelijke fout om rood te geven."

Makkelie

Danny Makkelie was donderdagavond de dienstdoende VAR. Via Instagram doet hij zijn zegje over het veelbesproken moment. 'Na het bestuderen van de beelden kan geconcludeerd worden dat er sprake is van snelheid en intensiteit, maar dat het raakmoment (point of contact) niet buitensporig of ernstig gemeen is. Dit betekent dat er vanuit de VAR een element is om de gele kaart te kunnen steunen. Hoewel mijn voorkeur naar een rode kaart gaat, kan ik op basis van het raakmoment een gele kaart nog nét steunen. Voor een rode kaart hebben we namelijk meer nodig dan alleen snelheid en intensiteit.'

'Mijn taak als VAR is niet om mijn persoonlijke voorkeur er doorheen te drukken of om beslissingen beter te maken, maar om in te grijpen als het onomstotelijk fout is met duidelijk bewijs', aldus Makkelie. 'De tackle gaat met twee benen langs de benen van de tegenstander (geen contact met de noppen of voeten) waardoor het aan de ernst net wat minder is.'