Ajax gaat afspraken maken met spelers over een deadline waarop zij duidelijkheid moeten verschaffen over hun toekomst. Zo willen de Amsterdammers voorkomen dat zij tot 1 september speelbal zijn op de internationale transfermarkt. "Het is best moeilijk om een bepaald beleid te maken, omdat je niet weet wat er allemaal gaat gebeuren. Daarom wil ik duidelijkheid creëren", aldus Marc Overmars in De Telegraaf.

Veel spelers van Ajax zijn gewild. De directeur voetbalzaken van de regerend kampioen liet zich onlangs ontvallen dat er een bod is uitgebracht op David Neres. Naast de Braziliaan worden ook Donny van de Beek en Hakim Ziyech veelvuldig in verband gebracht met een uitgaande transfer, al is is het nog maar de vraag of de juiste club zich aandient voor laatstgenoemde speler. Tot nu toe is het rustig rond de Marokkaan.

Frenkie de Jong (FC Barcelona) en Matthijs de Ligt (Juventus) zijn inmiddels vertrokken. De centrale verdediger werd donderdag voor 75 miljoen euro verkocht aan de kampioen van Italië. "We hebben vorig jaar de afspraak met Matthijs gemaakt dat we zouden meewerken en er een marktconforme prijs aan zouden hangen", legt Overmars uit. "Niet de hoofdprijs, maar ook niet de onderkant. Dan kun je altijd zeggen: wie schat dat in? Dat mag ik doen, daar word ik voor betaald. Uiteindelijk hebben we een prijs bepaald. Ik denk dat de prijs van Matthijs in de huidige markt, als je ziet wat voor andere spelers wordt betaald, nog iets hoger had kunnen uitkomen, dan we uiteindelijk hebben gevraagd."

Door de verkoop van het tweetal heeft Ajax veel te besteden, wat andere clubs ook niet ontgaat. "Je hoort steeds: Ajax is zo machtig en krachtig en neemt jeugdspelers over van andere clubs, iets wat die clubs zelf ook weer doen. Maar ik denk dat het Nederlandse voetbal heel blij moet zijn met een Ajax", zegt Overmars. "Het druppelt van ons naar beneden. Los van het feit dat we nu vanuit de Europese inkomsten ook meer gaan afdragen aan de kleinere clubs zijn er genoeg voorbeelden van hoe we andere clubs laten meedelen."

Als voorbeeld noemt de directeur de samenwerking met Sparta Rotterdam en de miljoenen die Willem II en RKC Waalwijk hebben verdiend aan de transfer van De Jong. "Ik weet ook wel dat als ik me bij SC Heerenveen meld voor een speler, ik meer betaal dan een andere club. De prijs die we voor Pierie (4 miljoen euro) betaald hebben, is daar een recent voorbeeld van. Maar toch hebben wij die betaald. De gedachte erachter is ook: hup doorgaan, zij kunnen van dat geld weer goede dingen doen en als we het netjes doen, dan doen ze een volgende keer ook weer graag zaken."