Het moet gek lopen wil FC Barcelona de Spaanse landstitel nog mislopen. De Catalaanse club won dinsdagavond op bezoek bij Deportivo Alavés (0-2) en heeft de voorsprong op nummer twee Atlético Madrid vergroot naar twaalf punten. Verliezen de Madrilenen donderdag van Valencia, dan is Barcelona kampioen.

Omdat Barça's voorsprong op de concurrentie zo groot is, zag trainer Ernesto Valverde zich niet genoodzaakt om tegen Deportivo Alavés zijn sterkste elf op te stellen. Zo begonnen onder anderen Lionel Messi, Jordi Alba en Arthur op de bank. Zij zagen Barcelona in de tweede helft twee keer in korte tijd toeslaan. Carles Aleñá opende de score na 54 minuten. Sergi Roberto gaf de bal voor, Luis Suárez verraste de verdediging met een overstapje en Aleñá rondde van dichtbij af. Vanaf de strafschopstip maakte Suárez er niet veel later 2-0 van.

Na een uur werd Messi alsnog binnen de lijnen gebracht door Valverde, die ook Alba en Arthur nog even liet meespelen. De Argentijnse sterspeler kwam niet tot scoren, maar blijft met 33 doelpunten ruim aan kop staan op de topscorerslijst van de Spaanse competitie. De komende weken krijgt Barcelona de kans om de landstitel definitief binnen te slepen, mocht Atlético woensdag niet verliezen. Komend weekend is Levante de volgende tegenstander, daarna volgen nog duels met Celta de Vigo, Getafe en Eibar.

Barcelona is ook nog actief in de Champions League en het bekertoernooi. Op 1 mei spelen de Catalanen de heenwedstrijd van de halve eindstrijd tegen Liverpool, zes dagen later volgt de return. De bekerfinale wordt op 25 mei gespeeld. Dan is Valencia de tegenstander.