Werder Bremen heeft dinsdagavond in een spectaculair bekerduel met Borussia Dortmund aan het langste eind getrokken. Na de reguliere speeltijd stond het 1-1 in het Signal Iduna Park. In de verlenging barstte het duel in de achtste finale écht los. Dortmund kwam tot twee keer toe op voorsprong, maar de bezoekers kwamen terug tot 3-3. De strafschoppen die volgden, werden beter genomen door Werder.

Met Davy Klaassen in de basis hoopte Werder Bremen te stunten bij de koploper van de Bundesliga. Naast Klaassen startten nog twee spelers met Eredivisie-ervaring bij de bezoekers: Niklas Moisander en Milot Rashica. Laatstgenoemde opende na vijf minuten de score. Hij verlengde een voorzet van Max Kruse en zette daarmee zijn ploeg vroeg in de wedstrijd op voorsprong.

Met zijn laatste kunststukje zorgde Marco Reus ervoor dat het vlak voor rust gelijk werd. De clubtopscorer krulde een vrije trap langs doelman Jiri Pavlenka. In de tweede helft kwam de Duitser niet meer terug: door een blessure moest Reus de strijd staken. Zonder Reus verliep de tweede helft vrij geruisloos. Beide ploegen kwamen niet tot scoren, waardoor de verlenging uitsluitsel moest bieden.

In de verlenging zat het publiek in Dortmund op het puntje van zijn stoel. Vlak voor het einde van het eerste deel van de verlenging zette Christian Pulisic de 2-1 op het scorebord. Zijn doelpunt werd al snel ongedaan gemaakt door ervaren rot Claudio Pizarro. Via Achraf Hakimi leek Dortmund alsnog de wedstrijd naar zich toe te trekken, maar in minuut 119 trok Martin Harnik de stand wéér gelijk.

In de strafschoppenserie die volgde, kwam Werder Bremen als winnaar uit de strijd. Doelman Pavlenka groeide uit tot held: hij keerde de eerste twee penalty's van Dortmund, gemist door Paco Alcácer en Maximilian Philipp. Klaassen benutte namens Werder zijn strafschop en Kruse schoot de beslissende penalty binnen.