Manchester City heeft zondagavond geen nieuwe knauw in de titel race gekregen. Na de midweekse nederlaag bij Newcastle United (2-1) werd voor eigen publiek Arsenal met 3-1 verslagen. Grote man aan City-zijde was Sergio Agüero, die alle doelpunten van de thuisploeg voor zijn rekening naam. Door de zege nadert City Liverpool tot twee punten. De koploper komt maandag in actie tegen West Ham United.

De teleurstelling was groot bij Manchester City na de onverwachte nederlaag tegen Newcastle United. De schade bleef echter beperkt doordat Liverpool gelijkspeelde tegen Leicester City (1-1). Om de druk weer bij de koploper te leggen, mocht City geen punten verspelen tegen Arsenal. De Londense club won afgelopen vier (!) jaar geen uitwedstrijd in de Premier League tegen een club uit de huidige top zes, wat City torenhoog favoriet maakte.

Die favorietenrol maakte het team van trainer Pep Guardiola snel waar. Al in de eerste minuut van de wedstrijd kwam City op voorsprong door een doelpunt van Agüero. Hij werd bediend door Aymeric Laporte nadat Alex Iwobi voor eigen strafschopgebied slordig balverlies had geleden. Het duurde niet lang tot Arsenal wat terugdeed. Met een rake kopbal tekende Laurent Koscielny voor de gelijkmaker.

Zoals wel vaker de afgelopen jaren gebeurde, ging Arsenal alsnog het schip in. Agüero zorgde er met een intikker voor dat Manchester City vlak voor het einde van de eerste helft weer aan de leiding ging. Een kwartier na rust maakte hij van dichtbij 3-1. Arsenal bracht nog onder anderen de debuterende Denis Suárez binnen de lijnen, maar ook de van FC Barcelona overgekomen aanvaller kon de nederlaag niet voorkomen.

Arsenal, dat van de laatste zeven wedstrijden slechts drie won, is ingehaald door Manchester United en bevindt zich op de zesde plaats in de Premier League. De achterstand op The Red Devils bedraagt één punt. Chelsea, dat vierde staat, heeft drie punten meer.