Manchester United heeft zondagavond ook de derde wedstrijd onder Ole Gunnar Solskjaer gewonnen. De Engelse grootmacht was op eigen terrein met 4-1 te sterk voor AFC Bournemouth. Bij de bezoekers scoorde Nathan Aké, maar zijn doelpunt deed de thuisploeg weinig pijn.

Sinds het vertrek van José Mourinho lijkt Paul Pogba opgeleefd in Manchester. Hij nam United tegen Bournemouth weer bij de hand. Na vijf minuten schoot hij van dichtbij raak na een knappe actie van Marcus Rashford. Een halfuur later was het weer raak voor de Franse middenvelder. Ditmaal kopte hij een voorzet van Ander Herrera tegen de touwen; zijn vierde doelpunt in twee wedstrijden.

Nog voor rust leek United de wedstrijd te beslissen. Anthony Martial gaf een leep balletje richting Rashford, die voor de 3-0 tekende. In de blessuretijd van de eerste helft zorgde Aké er met een rake kopbal voor dat de bezoekers de hoop op een goed resultaat niet helemaal kwijtraakten.

Twintig minuten voor tijd werd de wedstrijd definitief beslist. Koud in het veld zorgde invaller Romelu Lukaku ervoor dat het 4-1 werd. Hoewel United niet meer in de problemen kwam, pakte Eric Bailly voor een onnodige overtreding nog wel een rode kaart. Door de derde zege sinds het ontslag van Mourinho heeft United de top vijf van de Premier League weer wat beter in het vizier. Het gat tussen The Red Devils en nummer vier Arsenal is nog maar drie punten.