Liverpool heeft zondagmiddag een uitstekende overwinning geboekt op Manchester United en daarmee de koppositie weer overgenomen van Manchester City. Hoewel The Reds heer en meester was in de topper in de Premier League, had het invaller Xherdan Shaqiri, die twee van richting veranderde treffers maakte, nodig om de ploeg van José Mourinho op de knie te krijgen. Daardoor profiteert de ploeg van de Portugees niet van het verlies van Arsenal en komt de oefenmeester nog verder onder druk.

Met Virgil van Dijk en en Georginio Wijnaldum in het elftal werd Manchester United in de eerste minuten helemaal achterover gedrukt. Zonder Paul Pogba, hij bleef negentig minuten op de bank, leek The Red Devils net de eerste fase te hebben overleefd, toen Sadio Mané na goed twintig minuten toesloeg. Veel veranderde er echter niet aan het spelbeeld: hoewel Manchester had kunnen profiteren van de nederlaag van Arsenal, hield Mourinho zoals altijd de verdedigende stellingen aan.

Na een klein half uur hielp keeper Allison de bezoekers in het zadel met een enorme blunder. Hij liet een voorzet los en dat foutje werd meteen afgestraft door Jesse Lingard. De bal die via de borst van de Liverpool-keeper kwam, werd simpel binnengewerkt door de aanvaller. Klopp bleef met zijn ploeg aanvallend spelen en drukte de bezoekers continu naar achteren - alle veldspelers van Liverpool kwamen tot minimaal één poging -, maar uiteindelijk had het invaller Shaqiri nodig voor de zege.

Een kwartier voor het einde kreeg de Zwitser met enig geluk een voorzet voor zijn voeten. Met zijn rechtervoet schoot hij via een Manchester-been raak in de korte hoek, waar Manchester-goalie David de Gea er niet helemaal lekker uitzag. Vijf minuten later schoot Shaqiri vanaf de rand van het zestienmetergebied: opnieuw werd de bal van richting veranderd door een Manchester-voet, waarmee de 3-1 binnenvloog.