Willem van Hanegem was dit weekend onder de indruk van Feyenoord. De Kromme zag hoe de Rotterdammers de tot dusver ongenaakbare Eindhovenaren van de mat speelden. Met name de slag op het middenveld was volgens hem bepalend. "Tonny Vilhena en Jordy Clasie heersten daar. Pablo Rosario was matig, maar wat Jorrit Hendrix en Gastón Pereiro in de Kuip lieten zien was ronduit belabberd."

Dat schrijft hij in zijn wekelijkse column in het Algemeen Dagblad. Ook achterin zag hij goede dingen bij de thuisploeg. "Bij Feyenoord vond ik Sven van Beek echt heel erg goed. Als ik die zo zie spelen, dan zou ik het raar vinden als Eric Botteghin meteen zijn plek weer mag innemen als hij fit is", aldus Van Hanegem. "En die kleine Tyrell Malacia, die zat als een terriër op Hirving Lozano. Zo verdedig je dus tegen een topspeler en zo krijg je ook het stadion achter je als elftal."

"Voorin lieten Nicolai Jørgensen, Steven Berghuis en Sam Larsson eindelijk alledrie zien wat ze in huis hebben", zag het Feyenoord-icoon. "Van Larsson hadden we nog erg weinig gezien, maar misschien helpt dit hem eindelijk over een drempel." Voor Berghuis, die na het uitvallen van Jordy Clasie de aanvoerdersband om kreeg, zag Van Hanegem bovendien ook potentie voor bij het Nederlands elftal.

"Hij moet zich eens realiseren dat hij alles heeft om ook bij het opgeleefde Oranje een rol te spelen. Maar dan moet bij hem wel het kwartje vallen. Ik zag hem tegen PSV uitstekend beginnen, maar in de slotfase probeerde hij opeens weer iedereen door de benen te spelen. In een fase dat het slechts 2-1 stond en het gevoel bij een gelijkmaker – hoe onterecht dat ook was geweest – heel anders had kunnen zijn."