Engeland heeft in de Nations League een historische overwinning geboekt op Spanje (2-3). Het was ruim vijftien jaar geleden dat Spanje een competitieve nederlaag op eigen bodem leed. Het jeugdigde elftal van Gareth Southgate zette de Spanjaarden vooral in de eerste helft te kijk. Dit resultaat betekent ook dat de spanning terug is in groep 4 van Divisie A, waar Engeland Spanje op twee punten volgt en vice-wereldkampioen Kroatië met een wedstrijd minder ook nog een rol van betekenis kan spelen.

In september was Spanje in de Nations League nog met 1-2 te sterk voor Engeland, maar maandagavond werd La Roja in de eerste helft compleet overlopen. De openingsfase was nog voor Spanje. Daarin had het pech dat Jordan Pickford een engeltje op zijn schouder had. De doelman van de Engelsen kreeg een schot van Marcos Alonso per ongeluk op zijn hoofd. Pickford voorkwam daarmee wel een snelle achterstand.

Engeland kreeg het vervolgens flink op de heupen. Uit het niets viel de 0-1 via Raheem Sterling, die pas zijn derde doelpunt voor zijn land noteerde. En hoe: keihard joeg hij de bal in de kruising. De voorsprong gaf Engeland vleugels en strafte daarmee het laconieke spel van Spanje genadeloos af. Harry Kane bewees zijn waarde als aangever. De spits vond Marcus Rashord tussen twee man in met een bekeken passje. De aanvaller van Manchester United hield op zijn beurt het hoofd koel.

De koek was voor Engeland nog steeds niet op. De gasten verstoorden de Spaanse opbouw en kwamen in balbezit. Wederom vonden Engelsen elkaar perfect. Ross Barkley vond Kane met een pass door de lucht in de zestien. Opnieuw behield Kane goed het overzicht en zag hij Sterling vrij staan: 0-3.

Engeland kwam in de tweede helft eigenlijk niet meer in de problemen. Paco Alcacer tekende bij zijn eerste balcontact nog wel voor de 1-3 en Rodrigo had een penalty verdiend omdat Pickford hem met twee handen naar de grond werkte, maar verder dan dat kwam Spanje niet. De 2-3 van Sergio Ramos in de laatste seconde was dan ook slechts voor de statistieken.