Ted van Leeuwen keerde in juni van dit jaar terug bij FC Twente om de club te helpen met het spelersbeleid. De technisch directeur schrok behoorlijk van wat hij aantrof in Enschede en is blij dat hij de club enigszins op de rit heeft kunnen krijgen.

In een interview met Tubantia gaat Van Leeuwen in op de situatie in Enschede. Op de vraag wat hij in juni aantrof, geeft hij een duidelijk antwoord. "Niks. Letterlijk niks. Leegte. Het was alsof ze gevlucht waren. Er was een contract voor de video-analist, er was een soort contract voor Marino Pusic als assistent-trainer en er lagen een paar formulieren. Er was geen fysieke staf, er was geen medische staf, er was geen overdracht, er waren geen spelers en er was een begrafenisstemming. Ik vind het erg hoe de club is achtergelaten. Niet alleen voor FC Twente, maar ook voor mijn beroepsgroep. Zo doe je dat niet, wie het ook is geweest en hoe het ook is gegaan. Je kunt een club niet achterlaten met zo weinig wat zoveel geld heeft gekost."

Van Leeuwen zat goed bij Esbjerg, maar besloot toch in te gaan op de roep van Twente. "Ik had het in Denemarken geweldig naar mijn zin, maar toen belde Fred Rutten. En als een vriend je nodig heeft, dan ga je, want ik heb al zo weinig vrienden. Er klopte echter niets van het beeld zoals ons dat was voorgespiegeld. De situatie veranderde per dag. Dacht je budget te hebben, was het een paar uur later weer anders, en de volgende dag klopte het helemaal niet meer. Er is een hoop tegenwerking geweest. Ja, ook intern. Ik heb respect voor ieders professie en je mag een andere mening hebben, maar soms kan dat niet in voetbal. Je kunt moeilijk met de hele provincie discussiëren wie de nieuwe linksbuiten moet worden."