FC Utrecht had de samenwerking met Jean-Paul de Jong eerder moeten beëindigen. Dat is de mening van Marjan Olfers, hoogleraar sport en recht. Zij denkt dat De Jong is beschadigd doordat de Domstedelingen dinsdag pas afscheid van hem hebben genomen.

De Jong werd acht maanden aangesteld als opvolger van Erik ten Hag. Destijds waren binnen de spelersgroep al twijfels over de nieuwe hoofdtrainer. Die twijfels zijn nooit verdwenen. Dat leidde ertoe dat De Jong in juli een nieuwe functie kreeg, waardoor hij niet meer verantwoordelijk was voor de trainingen. "Als duidelijk wordt dat het niet werkt, moet je er een korte klap op geven. Dit is sneu voor zo'n clubjongen", zegt Olfers tegen het Algemeen Dagblad.

Hoewel De Jong de laatste maanden geen veldtrainer meer was, was hij nog wel verantwoordelijk voor het maken van de opstelling en het coachen tijdens de wedstrijden. "Dat is wensdenken dat zelden of nooit werkt", vervolgt de hoogleraar. "Dat is knip- en plakwerk. Je gaat schuiven met poppetjes en functies, maar lost het probleem niet op. Dat is een noodgreep geweest die niet goed uitpakt."

Olfers denkt niet dat De Jong zijn titel als 'Mister FC Utrecht' kwijt is. "Nee, zo erg hoeft het niet te zijn. Het is alleen de vraag wat hij nu verder gaat doen. Gaat hij elders door als trainer? Gaat hij zich nog verder bekwamen om het vak later weer op te pakken? Je ziet ook dat mensen door zo'n ontslag op een heel andere positie binnen de club door kunnen gaan. Hij is nu in ieder geval te vroeg gebracht."