Het WK zit er een inmiddels al een paar dagen op, maar nog niet alles is erover geschreven. De FIFA plaatste donderdag een lijst met cijfers over het WK. Daaruit blijkt dat Ivan Perisic de meeste meters maakte in Rusland, David de Gea de minste ballen tegenhield en er behoorlijk wat 'eigen goals-records' werden aangescherpt.

Kroatië zorgde voor een sensatie door voor het eerst in de geschiedenis de WK-finale te spelen. De Kroaten verloren met 4-2 van Frankrijk, maar werden thuis als helden onthaald. Ivan Perisic was een van de uitblinkers bij het Balkanland. Hij maakte dit WK de meeste meters: 72,5 kilometer legde de vleugelspeler af. Ter vergelijking: Xavi (80 kilometer in 2010) en Thomas Müller (84 kilometer in 2014) liepen de vorige WK's duidelijk meer. 

Spanje stelde in Rusland juist teleur. Na pingels werd het wereldkampioen van 2010 door het gastland uigeschakeld in de achtste finale. Ook David de Gea speelde niet zijn beste paar wedstrijden. De Spaanse sluitpost keerde slechts 14,3% van de schoten op doel: het laagste aantal van dit WK. 

Er vielen opvallend veel eigen doelpunten te noteren in Rusland. Liefst twaalf keer werkte een speler de bal in het verkeerde netje. Dat is tweemaal zo vaak als vier jaar geleden in Brazilië. Het eigen doelpunt van de Marrokkaan Aziz Bouhaddouz in de 95e minuut tegen Iran was het laatste eigen doelpunt ooit. Sergei Ignashevich was bijna 39 jaar toen hij tegen Spanje de bal pardoes achter Igor Akinfeev werkte. Hij maakt hem de oudste speler op het WK die in eigen doel schoot.