Het bezwaar van Roda JC is afgewezen door het bestuur betaald voetbal van de KNVB. De Limburgers gingen in beroep tegen afgekeurde doelpunt in de verloren kwartfinale van de KNVB Beker tegen Willem II, maar vingen bot. Mogelijk gaat de Eredivisionst nog in beroep bij de rechter, zoals het eerder lieten weten. 

Roda JC leek in de slotfase van de tweede helft op een 2-3 voorsprong te komen, maar na ingrijpen van de videoref ging de treffer niet door. Jochem Kamphuis, de videoarbiter, nam waar dat Mikhail Rosheuvel hands had gemaakt in aanloop naar het doelpunt, maar Willem II veroverde de bal vervolgens voor een korte periode. Daardoor was er volgens Roda sprake van een onterecht afgekeurd doelpunt.

Het bezwaar heeft niets uitgehaald, omdat het bestuur betaald voetbal zich baseert op Regel 5 van de Spelregels veldvoetbal, waarin staat dat beslissingen van een scheidsrechter bindend zijn. De KNVB legde het verzoek van Roda ook neer bij de IFAB, The International Football Association Board. De bond won informatie in of de beslissing van een videoref als bindend moet worden beschouwd, ook als het advies mogelijk fout is geweest.

"De reactie van de IFAB is helder. De IFAB geeft aan dat een besluit van de scheidsrechter betreffende spelaangelegenheden bindend is", schrijft de KNVB op de eigen website. "Verder blijkt volgens de IFAB uit het protocol duidelijk dat de rol van de VAR is om de scheidsrechter te assisteren en dat de scheidsrechter de enige persoon is die een beslissing kan nemen. Tot slot benadrukt de IFAB dat bij een beslissing over een doelpunt-/geen doelpuntsituatie het besluit van de scheidsrechter bindend is."