Zaterdagavond speelden Atlético Madrid en FC Barcelona tegen elkaar, maar zondag stond er eveneens een zeer fraai affiche op het programma in La Liga. In Sevilla namen Real Betis en Valencia, twee revelaties in dit seizoen, het tegen elkaar op. De ploeg uit de sinaasappelstad was met 3-6 duidelijk een maatje te groot.

Real Betis draait dit seizoen uitstekend en oogst veel lof voor het aantrekkelijke spel. Met Andrés Guardado in de basis was het zondag echter niet opgewassen tegen Valencia, dat na enkele zware jaren weer terug is in de Spaanse top. Door de zege staat het nu zelfs tweede in La Liga. Een zeer knappe prestatie, zeker omdat de ploeg al tegen Real Madrid en Atlético Madrid heeft gespeeld.

Het staat nu bovendien op veertien goals in de laatste vier wedstrijden. Het won vanavond redelijk eenvoudig in Sevilla, al ging het nog bijna mis voor de ploeg. Een prachtige kopbal van Geoffrey Kondogbia betekende 0-1, waarna Goncalo Guedes er met een geweldige pegel van afstand 0-2 van maakte. Valencia zat daardoor op rozen, zeker toen Sergio Leon in de tweede helft vervolgens een strafschop gekeerd zag worden door Norberto Neto. Door doelpunten van Rodrigo en Santi Mina voerde Valencia de score vervolgens nog op naar 0-4, al liet Valencia daardoor de touwtjes vieren.

Arsenal-huurling Joel Campbell, Antonio Sanabria en Tello Herrera maakten daar dankbaar gebruik van door drie keer te scoren. De spanning keerde daardoor volledig terug in de wedstrijd, maar Valencia hield uiteindelijk toch stand. Simone Zaza maakte in de krankzinnige slotfase aan alle twijfels een eind door de 3-5 te maken. Het slotakkoord kwam vervolgens op naam van Andreas Pereira: 3-6.