Het Nederlands elftal kan het WK in Rusland zo goed als vergeten. Oranje won zaterdag met 1-3 bij Wit-Rusland, maar na de 8-0 zege van Zweden op Luxemburg was dat veel te weinig. De ploeg van Dick Advocaat sleepte bovendien met het nodige fortuin de zege uit het vuur. Komende dinsdag moet Oranje tegen Zweden een doelsaldo van twaalf doelpunten wegwerken.

Vreemd genoeg werd de wedstrijd Zweden - Luxemburg al om 18.00 uur afgetrapt, waardoor Oranje sowieso met de uitslag van die wedstrijd in het achterhoofd het veld betrad. De monsterscore die door de Zweden werd neergezet kon twee kanten op werken: of Nederland zou met nog meer aanvallende intenties het veld op moeten gaan dan het al van plan was, of het zou demotiverend werken richting dinsdag, met de gedachte dat het verschil in doelsaldo toch niet meer goed te maken was.

Direct daarop volgden nog twee grote kansen, Babel zorgde ervoor dat die om zeep werden geholpen. Vooral de tweede was zijn fout, hij speelde de bal oog in oog met keeper Sergej Tsjernik breed naar de buitenspel staande Vincent Janssen, terwijl hij zelf had moeten schieten. Vlak voor rust had Oranje wederom de marge kunnen verdubbelen. Tonny Vilhena en Janssen vonden echter Tsjernik op hun weg.

Al die gemiste kansen kwamen Oranje duur te staan. Wit-Rusland nam wonderwel de touwtjes in handen en maakte er zelfs 1-1 van. Alyaksandr Volodko kwam vrij in de zestien en schoot raak in de lange hoek. Het was een flinke tik voor Oranje, dat in het vervolg van de tweede helft zoekende was. Toch was het geluk vanavond aan de zijde van Nederland. Bij een corner kreeg het een penalty, die Robben feilloos benutte.

[photo,109306,left,]