Als eerste Italiaanse club ooit heeft Juventus in twee opeenvolgende seizoenen de dubbel gegrepen. De succesformatie van trainer Massimiliano Allegri won zaterdag, enkele weken nadat het de Serie A-titel al had geprolongeerd, opnieuw de Coppa Italia. In de finale in het Olympisch Stadion van Rome werd AC Milan na verlenging verslagen: 0-1.

De nederlaag betekent dat AC Milan voor het derde seizoen op rij geen Europees voetbal gaat spelen. De gevallen topclub eindigde de Serie A als zevende en moest daardoor de bekerfinale tegen Juventus winnen om alsnog Europa in te gaan, maar het laatste ticket gaat nu naar Sassuolo. De equipe uit de regio Emilia-Romagna, die het seizoen als nummer zes afsloot, speelde drie jaar geleden nog in de Serie B maar gaat nu debuteren over de grens.

De tweede helft was meer in evenwicht en kansen kreeg Juventus nu wel. Zo had Paul Pogba in de 68ste minuut een prima mogelijkheid om de score te openen, maar de jonge Milan-goalie Gianluigi Donnarumma redde knap. Een verlenging moest tot de beslissing leiden en daarin bleek een wissel van Allegri goud waard. De oefenmeester liet Alvaro Morata in de 108ste minuut invallen en zag de Spanjaard twee minuten later al scoren. Morata schoot, geheel ongedekt, fraai raak na een mooie voorzet van Juan Cuadrado. Milan drong daarna nog wel aan, maar Juventus gaf de 1-0 voorsprong niet meer weg.

Het is de elfde keer in de geschiedenis dat Juventus de Coppa Italia wint.