Arsene Wenger maakt zich zorgen over de koopwoede van Chinese clubs. Dat laat de manager van Arsenal weten naar aanleiding van enkele recente transfers. Jiangsu Suning realiseerde inmiddels een record door vijftig miljoen euro te betalen voor Alex Teixeira, die overkomt van Shaktar Donetsk.

De Braziliaanse middenvelder leek in januari nog naar Liverpool te verkassen, maar die transfer ging uiteindelijk niet door. Jiangsu, dat eerder al 28 miljoen neerlegde voor Chelsea-middenvelder Ramires, had geen moeite om opnieuw de portemonnee te trekken. Dinsdag had Guangzhou Evergrande het Chinese transferrecord nog gebroken. De club van trainer Felipe Scolari betaalde 42 miljoen aan Atlético Madrid voor Jackson Martínez.

"Natuurlijk moet de Premier League zich zorgen maken", reageert Wenger. "China lijkt over de financiën te beschikken om een complete Europese topcompetitie naar hun land te halen. Dat is het gevolg van hun economische kracht. Het is echter wel de vraag of ze dit beleid gaan doorzetten. Een paar jaar geleden had Japan dezelfde intenties, maar dat zwakte naar verloop van tijd toch af."