Ajax boekte afgelopen zaterdag in de Amsterdam ArenA een 5-2 overwinning op SC Heerenveen. Daarmee oogstten de Amsterdammers lof, maar Willem van Hanegem kan weinig met de prestatie. Volgens De Kromme was de ruime zege vooral het gevolg van de instelling van de Friese tegenstander.

"Heerenveen speelde zo lamlendig en dekte op meters afstand van de Ajax-spitsen, waardoor de wedstrijd gauw beslist was. Mensen roepen dan wel dat Ajax zo geweldig speelde, maar de tegenstand van Heerenveen moet je echt meenemen in de beoordeling", aldus Van Hanegem in het Algemeen Dagblad. "Als een ploeg strijd levert en dan toch in het nauw komt - ja, dan kun je zeggen dat het de verdienste van de tegenstander is. Maar dit Heerenveen liet zich gewoon piepelen door Ajax."

Ook bij Vitesse - PSV werd volgens Van Hanegem niet goed verdedigd. "Je zag wat je tegenwoordig vaker ziet: dat centrale verdedigers angstig in het centrum blijven hangen, waardoor, wanneer de vleugelverdedigers even zijn uitgespeeld, vanaf de buitenkanten veel gevaar kan komen. Niemand neemt dan de verantwoordelijkheid om de buitenkanten af te schermen. PSV kon zo een paar keer over links goed doorbreken. Aan het eind van de wedstrijd zag je zo ook hoe Bruma en Brenet samen een Vitesse-aanvaller wilden verdedigen, maar allebei niets deden waardoor die gozer er doorheen kon komen en heel gevaarlijk werd."

"Vroeger was het simpel. Dan had je in het centrum een voorstopper, een mandekker dus, en een libero, die de opbouw verzorgde, vaak doorschoof naar het middenveld en, als het moest, ook nog eens de doorkomende spelers aan de buitenkanten in de gaten hield. Maar later besloten trainers opeens om twee verdedigers naast elkaar te zetten, die de spitsen van elkaar overnamen. Toen ging je dus opeens veel fouten zien, want voor zo'n speelwijze moet je een heel intelligente verdediger zijn. Mandekken is niet ouderwets. Mandekken gebeurt tegenwoordig gewoon te weinig", constateert Van Hanegem.