Voor José Mourinho is zijn terugkeer op bekend terrein uitgelopen op een teleurstelling. De Portugees zag zijn club Chelsea met 2-1 verliezen van zijn oude werkgever FC Porto. Bruno Martins Indi speelde de volledige wedstrijd bij de thuisploeg.

Mourinho was in het verleden met veel succes actief bij Porto. Met de club uit zijn geboorteland won de trainer in 2004 de Champions League. Deze voetbaljaargang heeft Mourinho veel moeite om Chelsea aan de praat te krijgen. In de Premier League staan de Londenaren al ruim achter op koploper Manchester United. Vanwege de teleurstellende resultaten besloot Mourinho tegen Porto in te grijpen en onder anderen aanvoerder John Terry en Eden Hazard op de bank te zetten.

De maatregelen hadden uiteindelijk geen succes voor Chelsea, dat in de 39ste minuut voor de eerste keer op achterstand kwam. Na een prima actie van Yacine Brahimi en een moeizame redding van doelman Iker Casillas, sloeg André André in de rebound toe. Nog voor de rust maakte Willian uit een vrije trap gelijk. Enkele minuten na de hervatting bezorgde aanvoerder Maicon de Portugezen opnieuw een voorsprong: 2-1. Diego Costa was daarna met een schot op de lat dicht bij de tweede Engelse gelijkmaker. Martins Indi ontsnapte na een smerige overtreding aan een rode kaart.

Het andere groepsduel tussen Maccabi Tel Aviv, de Israëlische ploeg van technisch directeur Jordi Cruijff, en Dinamo Kiev eindigde in 0-2. Voor de ploeg uit de Oekraïne kwamen Andri Jarmolenko en Moraes tot scoren. Porto en Dinamo staan allebei in groep G op vier punten. Chelsea heeft drie punten, Maccabi is nog puntloos.