Het is duidelijk dat er in de Bundesliga weinig meer te winnen valt voor Bayern München. De Duitse topclub, die zich sinds vorige week officieel kampioen van Duitsland mag noemen, ging zaterdagavond vrij kansloos onderuit bij Bayer Leverkusen. De Duitse recordkampioen verloor, met een half B-team, met 2-0.

Het uitduel was met Leverkusen leek voor Bayern een verplichting te zijn. Het draaide voor de Beierse topclub om de halve finale van de DFB Pokal, die na een penaltydrama verloren ging tegen Borussia Dortmund, en de halve finale van de Champions League. Daarin staat de formatie van coach Pep Guardiola (foto) komende woensdag tegenover FC Barcelona, dat zaterdag met 8-0 bij Córdoba won. De focus ligt dus op dat duel, en niet op de wedstrijd in Leverkusen.

Guardiola stuurde daarom een veredeld B-elftal het veld in tegen de nummer drie van de Bundesliga. Jérôme Boateng en Thomas Müller waren niet meegereisd naar Leverkusen en spelers als Xabi Alonso en Thiago Alcantara zaten op de reservebank. Jongelingen Rico Strieder en Lukas Görtner maakten door de absentie van deze spelers, en de geblesseerde Arjen Robben, Franck Ribéry en David Alaba, hun competitiedebuut.

Leverkusen profiteerde optimaal van de wisselingen bij Bayern. De ploeg van trainer Roger Schmidt kwam op voorsprong via Hakan Calhanoglu, die fraai met een vrije trap scoorde. In de tweede helft gooide Julian Brandt de wedstrijd in het slot. Leverkusen staat nu vier punten achter op VfL Wolfsburg. Het heeft één punt voorsprong op Borussia Mönchengladbach, dat zondag weer passeert bij winst in de uitwedstrijd tegen Hertha BSC.