Na vijf keer op rij niet gewonnen te hebben in de Serie A, heeft AC Milan eindelijk weer eens drie punten kunnen bijschijven. De Rossoneri rekenden zondagmiddag in het eigen San Siro met 2-0 af met Udinese. Fiorentina was op Sardinië superieur aan Cagliari, dat in eigen huis met 0-4 afgedroogd werd.

Milan begon in de stromende Milanese regen duidelijk zonder al te veel vertrouwen aan het thuisduel met Udinese. De ploeg van coach Filippo Inzaghi verzamelde slechts vier punten in vijf wedstrijden, waardoor de nood hoog was voor de rood-zwarten uit de modestad. Dit was te zien aan het spel van de kwakkelende topclub, waar Marco van Ginkel kon rekenen op een basisplaats. De Nederlander kwam pas voor de tweede keer in actie voor Milan. In zijn eerste optreden, in het duel met Empoli, raakte hij behoorlijk geblesseerd.

Na een aftastende eerste helft, waarin Milan leek te scoren maar een bal die al dan niet de doellijn gepasseerd was niet als een doelpunt werd erkend, maakte de Italiaanse grootmacht in de tweede helft het verschil. Keisuke Honda werd in het strafschopgebied neergehaald door Maurizio Domizzi, die vervolgens met rood kon vertrekken. Jérémy Menez, vorige week ook trefzeker in de stadsderby tegen Inter (1-1), benutte het buitenkansje. Even later werd het tien tegen tien, omdat Michael Essien voor de tweede keer tegen een gele kaart aanliep. Dit bleef echt zonder gevolgen, omdat Menez met zijn tweede van de middag zorgde voor een 2-0 eindstand.

Milan staat nu op plaats vijf, met 21 punten na dertien speelronden. Het staat twee punten voor op nummer acht Fiorentina, dat Udinese dankzij een klinkende uitzege op de ranglijst passeerde. De paarse formatie van trainer Vincenzo Montella zegevierde met 0-4 bij Cagliari. Matías Fernández (tweemaal), Mario Gómez en Juan Cuadrado produceerden de treffers namens La Viola.