Real Madrid is de nieuwe jaargang van de Primera División prima begonnen. De Madrileense grootmacht won in het eigen Santiago Bernabéu met 2-0 van Cordoba, dat afgelopen seizoen naar het hoogste niveau van Spanje promoveerde. Op de overwinning van De Koninklijke valt niets af te dingen, aangezien het elftal van trainer Carlo Ancelotti heer en meester was in de Spaanse hoofdstad.

Het hield niet over, maar het was genoeg. Dat is het verhaal van het treffen tussen het grote Real en het nietige Cordoba. Het klasseverschil tussen beide ploegen is enorm en dat kwam tot uitdrukking op het Madrileense gras. Desalniettemin kwamen de bezoekers bijna op voorsprong. Mike Havenaar, ex-speler Vitesse, schoot naast namens Cordoba. De promovendus wordt gecoacht door Albert Ferrer, die ook een verleden in Arnhem heeft. Havenaar werd, tot zijn onvrede, na ruim een uur spelen naar de kant gehaald.

Er was, na de speldenprik van Cordoba, sprake van een stormloop van Real Madrid. Het openingsdoelpunt kon lange tijd niet uitblijven en door toedoen van Karim Benzema kwam deze er. De Franse spits knikte een hoekschop van Toni Kroos tegen de touwen. Hier leek het bij te blijven, aangezien Real niet echt kon overtuigen. Cristiano Ronaldo deed echter vlak voor tijd van zich spreken. Nadat hij een treffer afgekeurd zag worden, was het even later wel raak voor de vedette: 2-0.

Zodoende heeft Real de eerste drie punten van het seizoen binnen en kan het vanavond (22.00 uur) rustig kijken hoe stadsgenoot en aartsrivaal Atlético Madrid het er vanaf brengt, in de uitwedstrijd tegen Rayo Vallecano.