Real Madrid heeft zondagavond geprofiteerd van de puntendeling in Estadio Vicente Calderón van afgelopen zaterdag. De Koninklijke won met minimale cijfers (0-1) bij Espanyol, terwijl Atletico Madrid en FC Barcelona niet verder kwamen dan een doelpuntloos gelijkspel. Gevolg van de winst in Cornellà-El Prat is dat het verschil tussen beide koplopers en Real verkleind is tot drie punten.

Met Gareth Bale en Cristiano Ronaldo op de flanken en de veelbesproken Angel di Maria als aanvallende middenvelder was Real verreweg de betere ploeg. Het had veelvuldig balbezit en creëerde veel kansen. Espanyol-goalie Kiko Casilla en een gebrek aan scherpte voor het doel (Ronaldo wist geen raad met een aantal kansen) zorgden ervoor dat de brilstand tijdens de theepauze nog op het scorebord stond.

In het tweede bedrijf werd de jacht naar de openingstreffer gecontinueerd door de Madrilenen. Het kwam na tien minuten spelen op voorsprong, toen verdediger Pepe een hoekschop keurig binnen wist te knikken. De thuisploeg was aanvallend zeer onmachtig, waardoor de ploeg van coach Carlo Ancelotti met weinig moeite overeind zou blijven: 0-1.