FC Utrecht-coach Jan Wouters kan komende zondag tegen ADO Den Haag nog altijd niet beschikken over een fors aantal basisklanten. Zes spelers zitten nog in de lappenmand. Daar staat tegenover dat Edouard Duplan weer terugkeert in de wedstrijdselectie.

Op de lijst van blessures prijken nog altijd de namen van Willem Janssen (knie), Johan Mårtensson (knie), Cedric van der Gun (knie), Jacob Mulenga (bovenbeen) en Marcus Nilsson (rug). Adam Sarota is zo goed als wedstrijdfit, maar de wedstrijd van zondag komt voor hem nog net te vroeg.

Toch ziet de oefenmeester een voordeel in het grote aantal afwezigen. "Andere spelers hebben nu de kans zich te laten zien. Dit is de mogelijkheid voor jonge spelers om hun kans te pakken", sprak hij op de officiële clubsite. Dat het aantal blessures zo hoog ligt, is gewoon pech hebben, denkt de coach. "Sommige blessures komen nog uit het afgelopen seizoen, andere blessures ontstaan door ongelukkige botsingen in de wedstrijd of op de training. Voetbal is en blijft een contactsport. Onze medische staf heeft geen aanknopingspunten gevonden om de blessures anders te verklaren dan pech."

Hij vindt dat de ploeg van Maurice Steijn, zondag om 12.30 uur de tegenstander, veel lijkt op zijn eigen ploeg. Niet alleen zijn beide ploegen een volksclub, maar ook voetballend gezien vertonen de ploegen overeenkomsten. "Zijn gaan ook uit van het voetballende aspect in het spel, wat wordt gecombineerd met de nodige fysieke kracht."

Maar wat de daadwerkelijke kracht is? Wouters laat de term 'wisselvalligheid' vallen. "ADO heeft net als wij te maken gehad met een flink aantal spelers dat is vertrokken. Ik vind dat zij voor hen goede vervangers hebben gehaald. Die spelers moeten worden ingepast. Dat maakt het voetbal en de resultaten wisselvallig. Maar ja, noem mij eens een ploeg in die dat in deze competitie niet is."