Spanje heeft zoals verwacht ook de tweede wedstrijd in de groepsfase van de Confederations Cup gewonnen. De wereldkampioen denderde donderdag met 10-0 over het armzalige Tahiti heen. Fernando Torres was met vier doelpunten de meest trefzekere speler in Rio de Janeiro.

De spits van Chelsea bezorgde Spanje na vijf minuten al de eerste treffer. Torres sneed vanaf de linkerflank naar binnen en passeerde keeper Mikaël Roche met een houdbaar schot in de kortste hoek. Een ongekend doelpuntenfestijn leek in de maak, maar de Zuid-Europeanen speelden aanvankelijk te gemakzuchtig waardoor een verdubbeling van de marge lang uitbleef. De vele wisselingen in de basiself waren daar ook debet aan. Bondscoach Vicente del Bosque had ten opzichte van het eerste groepsduel alleen Sergio Ramos laten staan.

Spanje krikte de score na de hervatting snel op. Villa tikte een voorzet van Nancho Monreal binnen en nog binnen het uur promoveerde Torres een pass van invaller Jesús Navas tot de 6-0. Tahiti mocht zich beklagen dat Villa kort daarop scoorde vanuit buitenspelpositie, maar die arbitrale beslissing was uiteraard allerminst van invloed op het wedstrijdbeeld. Juan Mata schoot daarna de achtste goal tegen de touwen, waarna Torres zijn kwartet completeerde.

De Spaanse aanvalsleider had zelfs kunnen afsluiten met vijf doelpunten, maar vanaf elf meter vuurde hij de bal tegen de lat. Vlak voor tijd bereikte de wereldkampioen de dubbele cijfers dankzij een treffer van Silva. Door de zege gaat Spanje aan de leiding in de groep met zes punten uit twee duels. Nigeria en Uruguay staan respectievelijk tweede en derde, Tahiti is de kansloze hekkensluiter.