Real Madrid is het nieuwe jaar goed begonnen. De ploeg van trainer José Mourinho rolde in de eerste competitiewedstrijd na de winterstop promovendus Granada CF op: 5-1. Karim Benzema scoorde tweemaal voor de koploper, die nu zes punten voorsprong heeft op naaste belager FC Barcelona. Barça kan zondag het gat weer terugdringen als het een resultaat weet te boeken in de stadsderby tegen Espanyol.

Het duurde even voordat Real warm gedraaid was in Bernabeu. Benzema bracht de Koninklijke na negentien minuten nog wel aan de leiding door op aangeven van Mesut Özil zijn vijftigste treffer in dienst van Real binnen te schieten, maar drie minuten later kwam Granada brutaal langszij. Mikel Rico werkte binnen en had even later zelfs de mogelijkheid om de bezoekers aan de leiding te helpen, maar hij wist van dichtbij doelman Iker Casillas niet te passeren.

Sergio Ramos gaf ruim tien minuten voor rust met een rake kopbal het startsein voor een sterke fase van de thuisploeg, die duurde tot het begin van de tweede helft. In deze tijd vergrootten Gonzala Higuain en Benzema de voorsprong naar 4-1. Benzema kon echter maar kort genieten van zijn tweede treffer van de avond, aangezien hij zich even later met een enkelblessure moest zich laten vervangen. Granada probeerde de score in de slotfase nog iets draaglijker te maken, maar het was Cristiano Ronaldo die één minuut voor tijd nog een treffer namens Real op het scorebord bracht: 5-1.