Real Madrid lijkt de klap van de uitschakeling in de halve finale van de Champions League door FC Barcelona weer enigszins te boven te zijn. De ploeg van trainer José Mourinho won zaterdagavond in een doelpuntrijke wedstrijd met 6-2 van FC Sevilla. Cristiano Ronaldo was er met vier doelpunten persoonlijk verantwoordelijk voor dat de thuisploeg op de pijnbank werd gelegd.

Mourinho, in de afgelopen El Clásico's bekritiseerd om zijn verdedigende tactiek, trok in Sevilla voor de verandering eens een blik met aanvallend ingestelde spelers open. Zo was er op het middenveld een plekje in geruimd voor zowel Mesut Özil als Kaka. Het resulteerde in een 0-3 voorsprong bij rust, dankzij treffers van Sergio Ramos, Ronaldo en Kaka.

Na rust maakte Ronaldo zijn kwartet vol dankzij een loepzuivere hattrick binnen een tijdsbestek van tien minuten. De Portugese aanvaller verhoogde zijn productie dit seizoen in de Primera Division daarmee naar 33 doelpunten, twee meer dan Lionel Messi van Barcelona. Namens de thuisploeg vond Alvaro Negredo nog twee keer het net, maar het pleit was toen al beslecht.

Real Madrid verkleinde de achterstand op koploper Barcelona tot vijf punten. De titelverdediger neemt het zondag op tegen Espanyol, dat achtste staat in de Spaanse competitie.