Bekerwinst lonkt voor Ajax. De Amsterdammers wonnen zondag de eerste ontmoeting in de finale tegen Feyenoord met 2-0 en legden zo een stevige basis voor de return, over anderhalve week in de Kuip. De eindstand stond al na zeven minuten op het scorebord, door twee treffers binnen zestig seconden van Siem de Jong.

Zelden zal de aanloop naar een bekerfinale tumultueuzer geweest zijn dan dit jaar. Nadat Feyenoord in de halve finale FC Twente versloeg en Ajax een dag later Go Ahead Eagles uit het toernooi wipte, ontstond een heuse soap die wekenlang zou duren. Eerst was er de vraag of Ajax fans mee zou mogen nemen naar de Kuip. Toen die beantwoord was door burgemeester Aboutaleb, begon de ellende pas echt. Overal sijpelden berichten door dat de finale in de Kuip een veldslag zou worden en dat het miljoenen zou kosten om alles in goede banen te leiden.

Door de wijzigingen hadden we voor het eerst sinds 27 jaar een bekerfinale die minimaal 180 minuten zou duren, de helft in Amsterdam en de andere helft in Rotterdam, maar eigenlijk was hij na zeven minuten al beslist. Twee goals van Siem de Jong boorden de hoop van Feyenoord op bekerwinst direct de grond in.

Het gevolg: een ontplofte ArenA en een schier kansloze missie voor Feyenoord. Er waren nog 173 minuten te spelen in deze finale, maar een afstraffing dreigde. Dat zou de return, over anderhalve week in de Kuip, in één klap overbodig maken.

Ajax leek het allemaal wel prima te vinden. Met 2-0 had de ploeg een aardige marge voor de return in Rotterdam en dat leek het zelf ook te vinden. Vol voor de 3-0 ging Ajax niet, het leek meer waarde te hechten aan het vasthouden van de voorsprong.