Doelpunten maken blijkt dit seizoen niet zo eenvoudig in de ArenA. Evenals anderhalve week geleden tegen Roda JC was Ajax donderdag in het bekerduel tegen FC Utrecht de veel betere ploeg, maar faalde het in de afronding. Pas in de laatste twintig minuten werd het verzet van de bezoekers gebroken (2-0).

Op papier heeft Ajax waarschijnlijk de beste voorhoede van Nederland. Wie Klaas Jan Huntelaar, Luis Suarez en normaal ook Miralem Sulejmani op kan stellen, hoeft zich geen zorgen te maken over de productiviteit. Goals verzekerd, zo lijkt het.

Tegen FC Utrecht herhaalde dit scenario zich. Ajax was de hele wedstrijd een klasse beter dan de bezoekers uit de Domstad, maar voorin ontbrak de scherpte. Ditmaal was het grootste probleem niet eens dat er kansen gemist werden, maar vooral dat de laatste pass telkens net niet goed was. Was het samenspel voorin íets beter geweest, dan had het bij rust al 2-0 of 3-0 kunnen staan.

En Ajax? Dat bleef de betere ploeg, maar scoorde niet. Zelfs niet vanaf elf meter. Een strafschop van Huntelaar, toegekend na een overtreding van Mihai Nesu op Luis Suarez, werd fraai gepakt door Utrecht-keeper Vorm. Het leek zo'n avond te worden waarop de bal er simpelweg niet in wilde voor de thuisclub, maar een minuut na de gemiste penalty van Huntelaar was het alsnog raak. Utrecht, dat met tien man speelde nadat Nesu voor zijn overtreding die leidde tot de strafschop zijn tweede gele kaart kreeg, was kansloos toen Suarez de bal op prachtige wijze van dichtbij in de korte hoek jaagde.