Merab Jordania vindt dat de fans van Vitesse de eerste hoofdprijs in het 125-jarige bestaan van de club verdiend hebben. De voormalig eigenaar van de Arnhemse eredivisionist is van mening dat Vitesse al eerder een titel (lees: het landskampioenschap) had gepakt als zijn project niet onderbroken werd.

Dat laat Jordania optekenen in De Telegraaf. "Weet je nog dat we in de winterstop met Peter Bosz als trainer bovenaan stonden in 2013? En met Fred Rutten maakten we een jaar eerder een geweldige start. De eerste negen wedstrijden van de competitie waren we in een geweldige vorm en bleven we ongeslagen. Als we er toen nog een of twee spelers bij hadden kunnen krijgen, waren we kampioen geworden. In beide seizoenen", aldus Jordania, wiens aandelenpakket na de opmerking 'Vitesse mag van Londen geen kampioen worden' overgedragen werd aan Alexander Chigirinskiy, een andere vriend van Chelsea-eigenaar Roman Abramovich.

Omdat Vitesse de laatste jaren in de ogen van Jordania iets te veel een stalplaats voor Chelsea-huurlingen is – dit seizoen worden Nathan, Lewis Baker, Matt Miazga en Mukhtar Ali van de Londense topclub gehuurd – is het volgens de Georgiër lastig om aan te haken bij de traditionele top-drie. Eigenlijk zijn daar nog twee of drie goede aanwinsten voor nodig, vindt Jordania. "In een competitie als de Eredivisie kun je met een goede visie en een goede trainer, zoals Peter Bosz, veel bereiken. Het gat met de Nederlandse top is echt niet gigantisch. We bewezen dat met de positie die Vitesse na een half jaar onder Bosz bekleedde. Mijn ambitie was ook niet de KNVB-beker maar echt het landskampioenschap. En laat niemand mij vertellen dat het niet mogelijk was."

Vitesse-captain Guram Kashia zei afgelopen zondag na de winst tegen AZ (2-0) in de bekerfinale tegenover FCUpdate.nl dat Jordania ook een aandeel heeft gehad in de prestatie. "Het is ook zijn prijs."