De Britse traditie om op 11 november oorlogsslachtoffers te herdenken, is Engeland, Schotland, Noord-Ierland, Wales en Ierland duur komen te staan. Die landen droegen in hun WK-kwalificatiewedstrijden rondom die datum rouwbanden met een klaproos erop, maar daar is de FIFA niet van gediend. De bond heeft de landen daarom een geldboete gegeven.

Engeland moet 35.000 pond betalen aan de FIFA, Schotland en Wales 15.000, Noord-Ierland iets minder dan 11.000 en Ierland zo'n 6.000 pond. De FIFA had de landen verboden met de klaproos te spelen, omdat dit een politiek statement zou zijn. De regels van de mondiale voetbalbond staan politieke en/of religieuze statements op tenues niet toe. Engeland en Schotland legden het oordeel van de FIFA echter naast zich neer en besloten een eventuele straf op de koop toe te nemen.

Het verschil tussen de boetes voor de landen komt doordat niet alle Britse landen met de rouwbanden met klaproos speelden. Engeland speelde net als Schotland met de banden, maar omdat er op Wembley nog meerdere eerbetuigingen te zien waren, krijgt Engeland een hogere boete. Wales trad bijvoorbeeld zonder rouwbanden met 'poppies' aan, maar ging met diverse betuigingen in het stadion volgens de FIFA wel de fout in.

De klaproos is het nationale symbool van de Britse dodenherdenking en de interlands Engeland-Schotland, Wales-Servië en Noord-Ierland-Azerbeidzjan werden rondom Remembrance Day (11 november) gespeeld, de dag waarop de Britten hun oorlogsdoden herdenken.