Voor het eerst sinds 1987 is Aston Villa er komend seizoen niet bij op het hoogste voetbalniveau van Engeland. De club uit Birmingham verloor zaterdag met 1-0 bij het Manchester United van Louis van Gaal en kan daardoor, met nog vier duels te gaan, niet meer boven de rode streep in de Premier League komen. Ronald Koeman pakte met Southampton een punt bij Everton (1-1).

De opdracht voor Aston Villa was helder: op Old Trafford moest vanmiddag gewonnen worden, anders zou het uit de Premier League degraderen. Maar winnen is iets dat de ploeg van Leandro Bacuna deze jaargang pas drie keer is gelukt. De laatste acht wedstrijden in de Engelse competitie werden bovendien allemaal verloren. Met Bacuna in de basis ging het in Manchester voor de negende keer op rij mis.

Jongeling Marcus Rashford maakte het enige doelpunt van de wedstrijd. De aanvaller scoorde in de 32ste minuut na een lage voorzet van Antonio Valencia vanaf de rechterflank en werd daarmee de eerste speler van Manchester United ooit die zijn eerste vier Premier League-goals voor zijn negentiende verjaardag heeft gemaakt.

Manchester United, met Daley Blind en Memphis Depay in de basis, had lange tijd weinig te vrezen van Aston Villa. De bezoekers werden pas in de slotfase gevaarlijk en raakten via invaller Rudy Gestede de paal. Maar ook een gelijkspel was voor Aston Villa niet voldoende geweest om zich te handhaven. Manchester United blijft ondanks de zege vijfde, maar heeft nu nog maar één punt minder dan Manchester City. Dat team gaat later op de avond op visite bij Chelsea.

Newcastle United boekte haar eerste overwinning onder leiding van Rafael Benitez. De noorderlingen waren op het eigen St. James' Park met 3-0 te sterk voor Swansea City, waar Leroy Fer in de basis stond. Jamal Lascelles, Moussa Sissoko en Andros Townsend scoorden voor het Newcastle van basisspelers Georginio Wijnaldum en Vurnon Anita en bankzitter Siem de Jong.

Newcastle grijpt met de zege de laatste strohalm. Het is nog wel negentiende, met 28 punten, maar staat nog maar drie punten achter op de veilige zeventiende positie. Die is in handen van Norwich City, dat eerder op de dag met 0-3 verloor van Sunderland. Laatstgenoemde club staat achttiende met dertig punten. Newcastle en Sunderland speelden een duel minder dan Norwich City.

Sadio Mané redde, op aangeven van Dusan Tadic, een punt voor het Southampton van Ronald Koeman in de uitwedstrijd tegen Everton (1-1). Ramiro Funes Mori bracht de thuisclub in de 68ste minuut aan de leiding, Mané maakte acht minuten later gelijk. Cuco Martina, Jordy Clasie en Virgil van Dijk stonden in de basis bij Southampton, Maarten Stekelenburg bleef op de bank.

Watford FC won met 0-1 bij West Bromwich Albion. Ben Watson maakte in de 27ste minuut het verschil, maar oud-PSV-keeper Gomes was met twee gekeerde penalty's van Saido Berahino in de tweede helft de grote man aan de zijde van de bezoekers. Bij Watford stond Nathan Aké in de basis en bleef Steven Berghuis op de bank.