Voor de eerste keer sinds 5 december 2015, toen Borussia Mönchengladbach met 3-1 te sterk was, is Bayern München weer eens ten onder gegaan in een officiële wedstrijd. Ondanks een doelpunt van Arjen Robben moest de Duitse recordkampioen in de eigen Allianz Arena een nederlaag slikken tegen Mainz 05: 1-2. Borussia Dortmund profiteerde optimaal van de nederlaag van de titelfavoriet.

Franck Ribéry begon bij Bayern voor het eerst in meer dan een jaar weer eens in de basis, maar 'Robbery' kon de ploeg van coach Pep Guardiola niet inspireren tegen Mainz. Ondanks een behoorlijk overwicht wist de Beierse topclub niet te winnen van Mainz, dat vanuit de counter via Jairo Samperio op voorsprong kwam. Robben maakte met een fraai schot van afstand na ruim een uur de gelijkmaker, maar vlak voor tijd bepaalde Jhon Cordoba de eindstand als een duvel uit een doosje op 1-2.

Klaas-Jan Huntelaar won met Schalke 04 met 3-2 van Hamburger SV, dat door een rode kaart van Johan Djourou meer dan een helft lang met een man minder speelde. Huntelaar was goed voor één doelpunt, de overige Schalke-goals werden gemaakt door Max Meyer en Alessandro Schöpf. Namens HSV waren Nicolai Müller en Gjoko Kacar trefzeker. Huntelaar speelde zijn 150ste Bundesliga-wedstrijd in dienst van Schalke, de huidige nummer zes van Duitsland.

Paul Verhaegh pikte vanaf elf meter weer een doelpuntje mee bij FC Augsburg, dat mede door één goal van Mark Uth (ex-sc Heerenveen) wel met 2-1 onderuit ging bij 1899 Hoffenheim. Werder Bremen zegevierde onder meer dankzij een hattrick van 'good-old' Claudio Pizarro verrassend met 1-4 bij Bayer Leverkusen. Hertha BSC blijft knap derde staan door een 2-0 overwinning op Eintracht Frankfurt in het Olympiastadion. Verder won nummer vier Gladbach met 4-0 van VfB Stuttgart.

[photo,96183,left,]